Header

Header

donderdag 27 december 2018

Formule 1-ABC

Een overzicht van de meestvoorkomende Formule 1-termen en wat ze eigenlijk betekenen.

Achterblijver Een coureur die een ronde achterligt en door middel van blauwe vlaggen te kennen wordt gegeven dat hij voor de koplopers aan de kant moet gaan.

Bandenslijtage Het proces waarbij de banden tijdens gebruik geleidelijk grip verliezen. Er zijn in feite twee soorten slijtage: de fysieke slijtage van de band (het dunner worden van het loopvlak) en het verlies aan grip (in het Engels degradation genoemd, maar die term wordt in het Nederlands weinig gebruikt). Zowel de fysieke slijtage als de degradatie zijn van belang voor de te voeren racestrategieën.

Blaren Gaten in het loopvlak van de band die worden veroorzaakt door te hoge bandentemperaturen. Blaren zorgen ervoor dat de band grip verliest.

Blauwe vlag Wordt aan achterblijvers getoond om aan te geven dat iemand ze op een ronde wil zetten.

Chicane Een scherpe zigzagbocht waarvoor de coureurs hard moeten afremmen. Bedoeld om de veiligheid in bochten met korte uitloopstroken te waarborgen. Een circuit met veel chicanes is Monza.

Compound Geeft de hardheid van de banden aan. Voor de races neemt Pirelli rubbermengsels van verschillende hardheid mee (bijvoorbeeld zacht, medium en hard). Het zachtste compound is het snelst en het geschiktst voor in de kwalificatie, maar slijt ook harder dan de hardere rubbermengsels. In de race zijn de coureurs verplicht minimaal twee verschillende compounds te gebruiken.

Diffusor Een soort tunnel onder de wagen die als taak heeft de lucht onder de wagen zo snel mogelijk af te voeren, om daar zodoende onderdruk te creëren, wat voor een hoop extra neerwaartse kracht zorgt. In de periode 2009-2011 werden veel slimme vondsten gedaan om de diffusor nog efficiënter te maken: in 2009 kwam het team van Brawn GP met de dubbele diffusor op de proppen en in de jaren daarna maakten de teams gebruik van de geblazen diffusor, waarbij uitlaatgassen werden gebruikt om de diffusor aan te drijven.

Drivethroughpenalty Een straf die de stewards een ondeugende coureur kunnen opleggen. De coureur is dan verplicht een keer op lage snelheid door de pitstraat te rijden.

DRS Staat voor Drag Reduction System, een systeem dat in het leven is geroepen om inhalen te vergemakkelijken. Het systeem kan tijdens de race alleen op van tevoren aangewezen rechte stukken worden geactiveerd door een coureur die binnen een seconde van zijn voorligger rijdt. Wanneer de coureur het systeem activeert, wordt het bovenste dwarselement van de achtervleugel weggetrokken, waardoor de achtervleugel veel minder luchtweerstand opwekt en de coureur veel sneller gaat (de snelheidswinst is doorgaans zo'n 15 km/u, ofwel bijna een wagenlengte per seconde). Het systeem wordt weer gedeactiveerd als de coureur remt.

ERS Staat voor Energy Recovery Systems, die energie terugwinnen uit warmte van de turbo (MGU-H) en remenergie (MGU-K). De powerunit kan maximaal 4 megajoule aan energie per ronde opslaan en afgeven. Dat is ongeveer 160 pk gedurende 33 seconden.

Flat spot Een vlakke kant op een band, vaak veroorzaakt doordat een coureur te hard heeft geremd en een wiel heeft geblokkeerd, waardoor de band niet meer rond is. Flat spots kunnen tot lekke banden leiden, maar ze kunnen er ook voor zorgen dat de ophanging uiteindelijk de geest geeft. Ook treinen kunnen er last van hebben, vooral in de herfst.

Gele vlag Geeft aan dat er een ongeluk is gebeurd en dat de coureurs langzamer moeten rijden. Een dubbele gele vlag betekent dat er gevaar op de racelijn is en dat de coureurs bereid moeten zijn te stoppen. Sinds Jules Bianchi's afgrijselijke ongeluk in Japan wordt er strenger op de naleving van de gelevlagregels toegezien.

Graining Korrelvorming van de banden die ontstaat wanneer de banden te veel glijden. Graining ontstaat doorgaans wanneer de bandentemperaturen te laag zijn.

Grindbak Een uitloopstrook bestaande uit grind die bedoeld is om wagens snel af te remmen. Tegenwoordig zijn grindbakken veelal vervangen door asfaltstroken, die de auto's effectiever afremmen en ook voor minder rommel op de baan zorgen.

Grip Geeft aan hoe goed de banden zich aan de baan hechten. Hoe meer grip, hoe sneller de wagen door de bochten kan en hoe beter de auto accelereert en afremt.

Intermediate Band met ondiep profiel die wordt ingezet als de baan enigszins nat of opdrogend is. Is de geprefereerde regenband in het Pirelli-tijdperk.

Kwalificatie Sessie die de startopstelling van de race bepaalt. Sinds 2006 bestaat de kwalificatie uit drie delen. In de eerste sessies vallen de langzaamste coureurs af. In de laatste sessie strijden de tien overgebleven coureurs om de poleposition.

Luchtweerstand Wrijvingskracht met de lucht die een wagen ondervindt tijdens het rijden. Neemt kwadratisch toe met de snelheid en is doorgaans de belangrijkste wrijvingskracht.

Neerwaartse kracht Ook wel downforce genoemd. Kracht die met name door de vleugels wordt opgewekt en ervoor zorgt dat de banden harder op de weg worden gedrukt, waardoor ze meer grip geven.

Neutralisatie Onderbreking van de race vanwege een heftig ongeluk waardoor de safetycar uitrukt.

Onderstuur De neiging van de wagen om in de bochten rechtdoor te blijven gaan omdat er niet genoeg grip aan de voorkant is.

Option Aanduiding van de zachte band. De term wordt tegenwoordig nauwelijks meer gebruikt omdat Pirelli sinds 2016 drie verschillende compounds naar de races meeneemt.

Overstuur De neiging van de wagen om uit te breken omdat er niet genoeg grip aan de achterkant is.

Pirelli Bandenleverancier in de Formule 1 sinds 2011. Levert om het spektakel in de races te vergroten banden die heel hard slijten.

Pits De werkplaats waar de teams tijdens de trainingen aan de wagens knutselen.

Pitstop Wordt tijdens de race gebruikt om banden te verwisselen en eventueel schade aan de wagen te herstellen. Tot en met 2009 mocht er ook nog worden bijgetankt.

Pitstraat Weg langs de garages in de pits die parallel aan het rechte stuk van start/finish loopt en met het circuit verbonden is.

Poleposition De beste startplaats in de race, gereserveerd voor de coureur die in de kwalificatie het snelst was.

Powerunit Conglomeraat van de motor, de turbo en de energieterugwinsystemen die vanaf 2014 worden gebruikt in de Formule 1.

Prime Aanduiding van de harde band. Was in het Pirelli-tijdperk meestal de ongewilde band. Zie ook: Option.

Regenband Band met het diepste profiel die in theorie bij zware regenval zou moeten worden gebruikt, maar waar in de praktijk amper mee wordt geracet omdat de races bij zware regenval vaak worden geneutraliseerd of afgebroken.

Safetycar Een erg luxueuze personenauto die wordt gebruikt om het veld bij een neutralisatie in een langzame en ordelijke manier over het circuit te laten rijden na een heftig ongeluk, of om het circuit te inspecteren in geval van stevige regenval. Wordt vanwege de virtuele safetycar steeds minder vaak ingezet.

Slicks Banden zonder profiel die tijdens droge races worden gebruikt. Hadden vanaf 1998 tot en met 2008 nog groeven om de grip te verminderen.

Slipstream Zuiging achter een snel bewegend voertuig die gebruikt kan worden om in te halen.

Startopstelling Ook wel grid genoemd. De startopstelling bestaat uit twee rijen, waarbij de oneven startplaatsen zich doorgaans op de ideale lijn bevinden en de even startplaatsen ernaast.

Stewards Een panel van drie wijze heren die de bevoegdheid hebben om coureurs straffen op te leggen (en dat ook vaak doen).

Stop-and-go-penalty Een straf die de stewards een ondeugende coureur kunnen opleggen. De coureur is dan verplicht de pitstraat in te rijden om bij zijn eigen team tien seconden te wachten. Een stop-and-go-penalty kost de coureur doorgaans minstens twintig seconden op de baan. Tegenwoordig worden stop-and-go-penalty's weinig meer opgelegd en mogen coureurs tijdstraffen doorgaans tijdens een pitstop inlossen.

Uitloopstrook Grote lap asfalt langs de baan die de bedoeling heeft coureurs op een veilige manier af te remmen om zo zware ongelukken te voorkomen. Uitloopstroken hebben de meeste grindbakken vervangen en worden door de coureurs tegenwoordig ook vaak gebruikt om de bochten ruimer te nemen.

Undercut Situatie waarbij een coureur een rivaal via de pitstops probeert in te halen door eerder nieuwe banden te halen.

Virtuele safetycar Neutralisatie waarbij de coureurs in een gereduceerd tempo over het circuit rijden. Wordt sinds 2015 toegepast bij alle ongelukken die niet al te heftig of ingrijpend zijn.

Vuile lucht Turbulente lucht in het zog van een Formule 1-wagen die neerwaartse kracht wegneemt bij de achtervolgende wagen, die daardoor minder snel door de bochten kan. Verklaart waarom inhalen in de Formule 1 zo moeilijk is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten